Fijnstof-meettechniek uit tunnelbouw werkt bij autobedrijven

Het aantal diesels is door diverse marktomstandigheden redelijk op niveau gebleven. Sommige garagehouders hebben de ontwikkelingen even aangekeken, maar aangezien de gemiddelde klant die onderhoud en apk combineert, goed is voor vijfhonderd euro omzet, wil niemand dat werk mislopen. Dat verklaart de aanhoudende verkoopcijfers van de AREX 500. Voorlopig zullen niet alleen personenauto's, maar ook bedrijfswagens en campers een belangrijke doelgroep voor autobedrijven blijven. Inmiddels is het kalibreren van de eerste AREX-testers begonnen en na de zomer is AREX gereed om dit ook op locatie te doen.

Partners: LKQ Fource en AREX

LKQ Fource heeft gekozen voor de deeltjesteller van AREX. De eenvoudigste methode om fijnstof te tellen is ioniseren. De deeltjes worden elektrisch geladen en in een meetcel geteld. Deze 'Ionisation Particle Counter' of 'diffusion charging' (DC) is een nauwkeurige, betrouwbare en robuuste meetmethode. De AREX 500 heeft een eenvoudig te bedienen digitaal touchscreen: rood is afkeur, groen is goedkeur. Ook de extra lange slang van 3,5 meter bewijst elke dag zijn nut bij lastig te bereiken uitlaten.

Een fijnstofmeter hoort op een rolwagen”

Nanodeeltjes meten vereist nanotechniek

Roet meet je met een roetmeter en fijnstof met een fijnstofmeter. De oorzaak van een vervuilde uitlaat is roet en dat kan duiden op een defect of afwezig filter. Bij een meting boven 250.000 deeltjes kun je zeker zijn dat het filter defect is. In Duitsland en België is de norm 250.000 deeltjes, Zwitserland houdt als grens 100.000 deeltjes aan, maar in Nederland is de norm 1.000.000 deeltjes per kubieke centimeter voor APK I en II bij Euro 5 & 6. Dit betekent dat de tester in Nederland een veel grotere kans op interne vervuiling heeft. De manier van meten speelt echter ook een rol. Wil je een vervuilde meetkamer voorkomen en twijfel je? Je kunt eerst een korte meting doen in het vrije metingsprogramma door de sonde in de buurt van de uitlaat te houden. Dat is geen officiële apk-meting, maar vaak al voldoende. Het heeft geen zin om het toerental van de motor te verhogen; stationair is voldoende en voorkomt vervuiling.

Laboratoriumtechniek in de werkplaats

De techniek van fijnstofmeting is afkomstig uit de tunnelbouw en wordt nu voor het eerst in de werkplaatsen van autobedrijven gebruikt. Eigenlijk hoort zo'n ingenieus instrument niet op de werkplaatsvloer en daarom levert LKQ Fource de AREX 500 compleet met een solide rolwagen. Dergelijk gevoelige apparatuur vereist ook secuur werken. Let er op dat er geen vocht in de einddemper staat, want water kan een tester beschadigen. Gebruik de tester bij voorkeur in een verwarmde ruimte; RDW schrijft minimaal 10°C voor de werkplaats voor. Dat verkort en vergemakkelijkt de opstartprocedure.

Nieuw filter en toch afkeur?

De uitdaging van autobedrijven is om klanten te overtuigen van de uitslag van de deeltjestest. Klanten vragen zich namelijk af waarom er iets mis zou zijn met hun auto als er geen diagnoselampje brandt. Heb je een nieuw fijnstoffilter gemonteerd, ga dan eerst rijden, want direct na de montage kan de deeltjesteller nog steeds een hoge uitslag meten. Dat daalt snel na een korte rit en na ongeveer vijfhonderd kilometer worden er geen deeltjes meer geteld. Zet de deeltjesteller ook in bij occasions of inruil, want het is handig om te weten of het fijnstoffilter goed werkt. Maar blijf de meting aan dezelfde auto niet herhalen in de hoop dat de deeltjes onder het miljoen blijven; de grens is ruim genoeg en vergeet niet dat het reinigen en vervangen van roetfilters ook gewoon werk oplevert.

Dit artikel is gesponsord doorLKQFource.