Koplampafstelling: een juridische wirwar (2006-7/8)

Voor het afstellen van koplampen is in de wet en tevens in de APK-regelgeving vastgelegd dat de daling van de lichtbundel tussen de 5 mm en 40 mm per meter moet bedragen. Steeds meer autofabrikanten geven op de lampunit echter een percentage daling aan. Bij de Audi A4 (2002) is dat 1% en bij de Volvo V40 1,5%. Binnen de wettelijke norm lijkt het mij dan mogelijk om de koplampen conform de door de fabrikant opgegeven waarde, dus het percentage, af te stellen. Wat is de te volgen procedure? Er zijn volgens mij twee opties: 1. Meet de basishoogte van de vloer tot het hart van de koplamp (bij de Audi A4 is dat 65 cm). Per meter dient de daling nu 1% van de gemeten hoogte te bedragen, dus 6,5 mm. Deze waarde voldoet aan de regelgeving. 2. De daling van de lichtbundel moet niet geïnterpreteerd worden als 1% van de basishoogte, maar in de zin van 1% van de afstand. Dit is dan 10 mm per meter daling en valt dus ook binnen de regelgeving.

Dit artikel lezen en je kennis van autotechniek op peil houden?

Neem een abonnement en:

  • Krijg onbeperkt toegang tot amt.nl
  • Ontvang 3x per week de nieuwsbrief
  • Lees 11x per jaar het digitale magazine