Na vijf onderhandelingsrondes heeft BOVAG een formeel cao-bod gepresenteerd voor de sector Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (MvT). De cao moet de huidige overeenkomst opvolgen die afliep op 31 januari 2025. De vakbonden en BOVAG kwamen niet tot een akkoord, maar de brancheorganisatie legt nu haar eindbod voor aan de sector.
Loonsverhoging in drie stappen
Het loonvoorstel van BOVAG bestaat uit een totale stijging van 7 procent in 21 maanden:
- 2,2 procent per 1 juni 2025
- 1,3 procent per 1 oktober 2025
- €128 per maand extra vanaf 1 februari 2026 (gelijk aan 3,5 procent)
Daarnaast kunnen werkgevers twee extra vrije dagen geven in ruil voor looninhouding. Eén dag mag sowieso, voor twee dagen is toestemming van de bedrijfsraad nodig.
De huidige regeling voor eerder stoppen met werken (RVU) blijft tot 2026 bestaan. Daarna wordt deze omgezet naar een ‘zwaar-werkregeling’, zoals landelijk afgesproken. Deze wijziging moet in een aparte cao worden vastgelegd.
Overwerk niet langer verplicht
Overwerk wordt in principe vrijwillig. Alleen bij calamiteiten of in specifieke sectoren zoals berging mag de werkgever het nog verplichten. Voor oudere werknemers gelden extra beschermingen.
Vanaf schooljaar 2025-2026 moet bij alle BBL-opleidingen de scholingsdag worden doorbetaald. Voor BOL-studenten komt er een advies voor een passende stagevergoeding.
Werknemers die langdurige zorg geven aan familie of vrienden, kunnen hierover afspraken maken met hun leidinggevende. Ook komt er een campagne om mantelzorg bespreekbaar te maken. Daarnaast krijgen bedrijven toegang tot een mantelzorgmakelaar.
Onderzoek naar werkdruk en verzuim
Cao-partijen gaan onderzoeken waarom het verzuim in de sector toeneemt en wat er nodig is om werk slimmer te organiseren. Onder meer flexibeler roosteren en betere afstemming met werknemers staan op de agenda.
Volgens BOVAG ligt het bod 1 procent boven de verwachte inflatie over 2025 en 2026. Daarmee wil de organisatie werknemers waarderen voor hun inzet. BOVAG wijst erop dat de loonsverhogingen van de afgelopen jaren al boven inflatie lagen.



















