Vooral in Europa, waar hoge prestaties en laag verbruik even hoog gewaardeerd worden, zijn verstelbare nokkenassen al weinig bijzonder meer. Alleen heb je dan wel dubbele nokkenassen nodig.

Anders verstel je immers, met maar één nokkenas, tegelijk en evenveel de timing van in- en uitlaat, allebei in dezelfde richting naar ‘vroeger’ of ‘later’. Dat werkt niet.

Gebruikelijk is om minstens de inlaattiming verstelbaar te maken, naar ‘vroeger’ bij toenemend toerental en motorlast. Dat is goed voor de cilindervulling. De uitlaattiming kan dan ook nog verstelbaar gemaakt worden, naar ‘later’ voor inwendige EGR.

Concentrische assen

Maar hoe los je dat op in een goedkoper motorontwerp met maar één nokkenas (SOHC, single overhead camshaft)? Of met klassieke Amerikaanse V-motoren waarin de nokkenas nog centraal tussen de cilinderbanken ligt?

Daarvoor bedacht Mahle de CamInCam. Twee concentrische nokkenassen, waarvan er eentje versteld kan worden. Zo kan het ‘vaste’ deel de uitlaatnokken bevatten, en het verstelbare deel de inlaatnokken.

In deze opstelling is CamInCam nu voor het eerst gebruikt als centrale nokkenas in een Amerikaanse V-motor. Met het bekende resultaat van nokkenasverstelling: een hoger motorrendement.

Aparte klepsturing

Bij Mahle lopen ook tests met SOHC-viercilinders. Een uitdagend idee is om CamInCam zelfs op motoren met dubbele nokkenas te gebruiken. Mahle denkt dan aan de uitlaatzijde, bij een ‘downsizing’-motorconcept met kleine cilinderinhoud en een flinke turbo.

Met vier kleppen per cilinder zou de uitlaatnokkenas als CamInCam uitgevoerd kunnen worden. Per cilinder kan zo de ene uitlaatklep eerder open dan de andere. Dat wekt hoge gassnelheid op met één geopende klep, heel goed om de turbo al bij laag motortoerental effectief aan te blazen.

Peter Fokker (Redactie Auto & Motor TECHNIEK)