Volgens de verlichtingsexperts van Hella stellen veel werkplaatsen de koplampen te laag af. Bang voor klachten over verblinding, blijven ze bewust aan de ‘veilige kant’ met de licht-donker grens. Inderdaad treedt er dan nooit verblinding op, maar neemt ook het zichtveld van de bestuurder flink af. Hella wijst erop dat moderne verlichtingssystemen zeer nauwkeurig afgesteld moeten worden. Om bij belading geen verblinding te veroorzaken beschikt de bestuurder immers over een koplamphoogteregeling. Vroeger ontbrak die en was het raadzaam het dimlicht bewust wat lager in te stellen, zodat bij belading de tegenliggers niet vervelend werden verblind. Nu niet meer doen dus is het advies van Hella, want je ontneemt de bestuurder het comfort en veiligheid van goede autoverlichting.

Nog een punt van aandacht is het vertikaal instellen van het dimlicht. Vaak wordt alleen horizontaal afgesteld (hoogte) en niet vertikaal. Bij een asymmetrisch lichtbeeld kan dat resulteren in een slecht verlichte berm of een verblinding van tegenliggers op de andere baan.

Basisregels voor het perfect afstellen van koplampen

Om de lichten perfect af te stellen zijn enkele basisregels van belang;

● auto en koplampafstelapparaat op een horizontale, vlakke ondergrond,

● banden op de juiste spanning,

● kofferbak onbeladen,

● koplamphoogteregeling op nul.

Koplampafstelapparaat goed positioneren

En zelfs dat is geen garantie voor een juiste instelling. Vaak is een koplampafstelapparaat niet goed gepositioneerd. Het afstelapparaat van Hella beschikt daarom over een laserstraal die exact op de gloeilamp of een markering op het koplampglas wordt gericht. Al met al een secuur klusje dus!

Auke Cupédo (Redactie Auto & Motor TECHNIEK)