ESP of ESC?

Al langer, te weten sinds 2001, heeft de EU zich als doel gesteld het aantal verkeersdoden in de lidstaten te halveren. Dat moet in 2010 bereikt zijn, vanaf een cijfer van 50.000 doden in 2001. Om er daarvan 25.000 in leven te houden is dus heel wat meer nodig dan ESP, al helpt het een forse stap vooruit.

Een beetje ongelukkig is dat de campagne om te beginnen geen weg weet met de benaming van het zo vurig aanbevolen stabiliteitssysteem. In 1995 kwam Bosch er als eerste mee en legde de aanduiding ESP, Electronic Stability Program, vast als handelsmerk. Daarom spreekt de EU campagne van ESC, Electronic Stability Control, als merkneutrale aanduiding.

Maar verschillende organisaties die de campagne steunen haspelen ESP en ESC door elkaar. Want het meest ingeburgerd is ‘ESP’, terwijl de EU het houdt op ‘Choose ESC!’.

Te weinig bekend

Misschien is het niet zó erg dat de een van ESP en de ander van ESC spreekt. De Europese Commissie onderzocht voor deze campagne hoe bekend het autokopend publiek is met dit systeem. Dat valt ze bar tegen.

Als echt zo weinig mensen het stabilisatiesysteem en diens nuttig effect kennen, dan maakt het ook niet uit hoe je het noemt. Na uitleg waar het goed voor is zou 80% van de ondervraagden het wel in zijn volgende auto willen hebben.

Statistische berekeningen leiden verder tot de voorspelde verlaging van het aantal verkeersslachtoffers. Bij 40% van de dodelijke ongevallen is sprake van slippen, en bij een slip kan ESP in 80% van de gevallen de auto corrigeren.

Nederland loopt achterop

Het zet EuroNCAP ertoe aan sterk aan te dringen op standaardmontage in elke auto. Dan hoeft het publiek niet eerst overtuigd te worden van het nut van ESP, voordat ze erom gaan vragen bij aankoop van een auto. Daar gooide EuroNCAP ook maar eens een studie tegenaan, hoe ligt nu de beschikbaarheid van ESP per land?

O jee, daar komt ons land slecht uit. We bungelen onderaan, samen met Ierland, Malta en Griekenland. Maar 56% van alle hier nieuw verkochte auto’s heeft ESP standaard of kan er als optie mee geleverd worden. Toppers zijn Denemarken, Zweden en Duitsland met respectievelijk 77, 74 en 71% mogelijkheid een auto met ESP te kopen.

Politiek en industrie

Nog erger is dat maar 42% van de nieuw afgeleverde auto’s in de EU feitelijk ESP aan boord heeft. Daarom denkt EuroNCAP dat druk van het publiek op de industrie nodig is, zodat die standaard ESP gaat bieden. Zoals nu al via een ‘herenafspraak’ binnen de auto-industrie ABS-remmen standaard op elke auto zitten.

FIA-president Max Mosley zoekt het heil meer bij de politiek. In de VS komen wettelijke voorschriften die het daar nog erg lage percentage van ESP-toepassing snel zal opdrijven. “Dat moeten we in Europa ook doen, anders lopen we straks nog achterop”, pleit Mosley, “terwijl wij Europeanen toch het ESP hebben uitgevonden”.

Goedkoper?

Voorlopig blijft het bij de EU-campagne ‘kies ESC, of ESP of hoe je het ook wil noemen’. Dat spaart niet alleen uw leven, maar ook ‘sociale kosten’ waardoor u uiteindelijk met ESP goedkoper uit bent.

Daar vragen wij ons altijd af: over wiens kosten gaat het dan? Montage van ESP in een auto mogen u en ik zelf betalen. Kosten van verkeersslachtoffers komen terecht bij de overheid, verzekeringen, en bij werkgevers als gevolg van verzuim. Zij besparen als wij allemaal vrijwillig of verplicht ESP kopen.

Maar los van dit detail: ESP is een geweldige uitvinding, waarvan ieder zou moeten weten. Zegt het voort!

Peter Fokker (Redactie Auto & Motor TECHNIEK)