Het bedrijf EcoMotors wordt geleid door prof. dr. ir. Peter Hofbauer, met twintig jaar ervaring bij Volkswagen, en John Coletti met evenveel ervaring bij Ford. Hofbauer eindigde in 1986 als chef dieselontwikkeling bij de VAG-groep, en stapte daarna over naar de directie van industriemotoren bouwer Klöckner Humboldt Deutz.

Ergens in 2007 schijnt EcoMotors stilletjes begonnen te zijn met zijn dieselconcept. Het Amerikaanse ministerie van Defensie was zeer geïnteresseerd. Begin 2008 legde de motoruitvinder de geheimzinnigheid af, tot op zekere hoogte, om kapitaal te kunnen werven.

Boxer-diesel

Het technisch genie in de zaak is kennelijk prof Hofbauer. Die stelt als belangrijkste maat voor een motorontwerp de vermogensdichtheid. Ofwel de verhouding tussen vermogen en motoromvang, in gewicht en volume.

Hij haalde een oud motorprincipe weer van stal en maakte een moderne uitvoering. Dat is OPOC genoemd, Opposed Piston Opposed Cylinder. Het gaat om een vlakke tweecilinderunit, waarin vier zuigers zitten. Twee aan twee lopen die zuigers met tegengestelde beweging in één cilinder.

Het komt erop neer dat twee tegen elkaar in bewegende zuigers maar een half zo lange slag hoeven maken als één normale zuiger. De motor draait met een tweetakt dieselproces, als een grote industriemotor.

Sterk, compact, schakelbaar

EcoMotors ontwikkelde er nog een paar nuttige details bij. Zo stellen ze zich voor dat meerdere tweecilinderunits achter elkaar geschakeld kunnen worden, om verschillende vermogensvarianten te maken.

Helemaal mooi met hun zelf ontwikkelde elektromagnetische koppeling ertussen, zodat een tweede of derde unit afgekoppeld en uitgezet kan worden zo lang geen groot vermogen nodig is.

Ook maakten ze een elektrisch ondersteunde turbo. Geeft de motor weinig uitlaatgas, dan draait het apparaat elektrisch. Daartoe zit een elektromotor tussen turbine en compressor gebouwd. Zo is ‘turbo-traagheid’ opgelost, en kan de turbine bij gas loslaten (dus kleinere luchtvraag) diezelfde elektromotor als generator aandrijven. Dus stroom winnen uit uitlaatgas.

En hoe zit het met de vermogensdichtheid die de prof zo hoog inschat? Als we EcoMotors mogen geloven ligt die de helft hoger dan bij diesels die we nu kennen. Klein minpuntje, de grafiek waarin dit staat geeft geen meeteenheid aan. 80 voor een DI turbodiesel, tegen 130 voor de EcoMotors-diesel. Eh, is dat pk per liter, kW per kg, Amerikaanse horsepower per pound, of wat?

100 mpg hybride

Momenteel bereidt EcoMotors een EM65- en EM100-unit voor, waarbij het getal slaat op de cilinderboring in millimeter. Over slaglengte wordt niets losgelaten. Vorig jaar november draaide de EM100 al proef.

Echt superklein is die niet helemaal, met ruim een meter breedte en bijna 60 cm lengte. Anderzijds komt er liefst 325 pk bij 3500 t/min uit, zegt EcoMotors, en 880 Nm koppel. Bij 134 kg gewicht, da’s weinig. Alles bijeen komt er per kg motorgewicht 20% meer vermogen uit dan bij een Porsche 911.

De bedoeling is dat deze maand een beoordeling door Defensie plaatsvindt, die zo’n compacte krachtpatser heel graag in kleine vliegtuigen en legervoertuigen zou gebruiken. Maar volgend jaar al wil EcoMotors ook een autostudie met zijn motor tonen.

Dat wordt een plug-in hybride, met de diesel als aggregaat om aan boord stroom bij te maken. Het zou een 100 mijl per gallon-auto zijn, dat is een verbruik van 2,35 l/100 km. Nog wel even wat anders dan de nieuwste CAFE-verbruiksnorm die zojuist is afgekondigd: gemiddeld 35 mpg in 2020, dat is 6,7 l/100 km, ruwweg 140 g/km CO2. Van zo’n strenge eis is de Amerikaanse autowereld nogal geschokt.

Wel erg optimistisch

Als de gegeven cijfers waar zijn is de EcoMotor inderdaad klein, en simpel van opbouw. Simpel (tweetakt zonder kleppen) betekent goedkoper. Klein en licht betekent compacter en lichter, dus zuiniger voertuigen.

Alleen zullen Amerikanen aan diesel moeten wennen, daar hebben ze nog niet zoveel mee. En geen letter over uitlaatgassen, normaal gesproken een erg moeilijk punt voor diesels in de VS. Nog eens extra moeilijk, alweer algemeen genomen, voor tweetakten.

Toch beweert EcoMotors-directeur Coletti dat al in 2011 de serieproductie zou kunnen beginnen. Waartoe eerst een bedrijf bij EcoMotors de licentie daarvoor moet nemen. Je zou zeggen dat professor Hofbauer als geen ander moest weten dat dit in autoland nooit zo snel gaat. Eerst maar eens afwachten of het echt zo mooi werkt.

Peter Fokker (Redactie Auto & Motor TECHNIEK)