U heeft gelijk als u zegt dat er meerdere VTEC-systemen bestaan. Wat begon als een systeem om een hoogtoerige sportmotor trekkracht bij lage toerentallen te geven, is uitgegroeid tot een veelheid aan systemen.

Voor een vrijaanzuigende motor moeten de kleppen vroeg en ver openen en laat sluiten om voldoende vermogen te kunnen ontwikkelen. Bij lage toerentallen is zo’n ‘wilde’ kleptiming ongewenst, dan zijn juist ‘tamme’ kleppentijden nodig. Honda maakte daarom een schakelbaar systeem.

Bij VTEC-E gaat het om een laag brandstofverbruik. Er wordt één bovenliggende nokkenas gebruikt met vaste kleppentijden voor de uitlaatkleppen. Bij de inlaatkleppen is het VTEC-systeem zo uitgevoerd dat één van de twee kleppen bij lage toerentallen en belastingen vrijwel dichtstaat. De andere klep zorgt voor een kurketrekkervormige wervel in de verbrandingskamer die een arm mengsel goed doet verbranden. Onder die condities is het verbruik (heel) laag.

Bijzonder is ook het klepbedieningssysteem van de Civic Hybrid, daar gaan bij lage rijsnelheid alle kleppen dicht om de auto volledig elektrisch te laten rijden. En wat te denken van het i-VTEC-systeem van de 1.8 benzinemotor. Daarbij worden met één bovenliggende nokkenas de inlaatkleppen bij hoge toerentallen en belastingen vertraagd gesloten zodat ze veel langer open staan dan bij lage toerentallen en belastingen het geval is. Het verdraaien van de nokkenas om de lengte-as wordt zo omzeild, nog afgezien van de daarvoor benodig-de twee nokkenassen.