Het ontwerp van het Universal Motor Gerät is niet helemaal van Mercedes zelf, maar van een constructeur van Daimler-Benz vliegtuigmotoren. In 1948 begon die op kleine schaal de productie van dit universele voertuig voor de landbouw.

De Unimog was zo handig en nuttig dat de vraag snel opliep, waarop Mercedes-Benz de fabricage in 1951 overnam. Twee jaar later kwam de bekende ster op de Unimog-neus.

Schrikt nergens voor terug

Grote veelzijdigheid maakte het gemotoriseerde werktuig door de jaren heen populair. Als combinatie van een terreinwagen, landbouwtrekker en kleine vrachtwagen kun je er tot dag van vandaag alle kanten mee uit. Weg of geen weg, dat maakt de Unimog weinig uit.

Tegen de 400.000 zijn er tot nu toe gemaakt, sinds 2002 niet meer in een aparte fabriek, maar bij de Mercedes trucks. Het bleef niet bij verschillende varianten op één model, met diverse lengtes en motoren.

Mercedes ontwikkelde het model door, bracht in 1955 de eerste eigen versie, en gebruikte die basis tot 1980. Met compacte afmetingen en twee aangedreven portaalassen (naafreductie, aandrijfas boven het hart van het wiel) komt een Unimog door haast elk denkbaar terrein. Aan het eenvoudige chassis kunnen ongeveer alle denkbare hulpstukken met of zonder mechanische aandrijving bevestigd worden.

Steeds universeler

Geleidelijk breidde het modelgamma uit naar drie series, om nog meer op elk soort werk berekend te zijn. Tien jaar lang voert Mercedes inmiddels de U 300/400/500-reeks. Een ongewoon punt is VarioPilot, de mogelijkheid om snel en makkelijk de bestuurdersplaats tussen links en rechts te wisselen, wat voor het onderhanden werk het best uitkomt.

Twee jaar na deze centrale modelreeks kwamen 3000/4000/5000-uitvoeringen, nog meer specifiek gebouwd op werken in het zwaarste terrein. Het U 5000-chassis diende als basis voor de jubileumstudie.

Een kleiner, lichter en goedkoper variant was er al eerder, die keerde in 2006 terug als U 20 frontstuurmodel. Want goedkoop is een Unimog niet, ook niet zo raar gezien de beperkte productiegetallen en onbeperkte mogelijkheden van het ding. Maar juist naar dat laatste blijft altijd vraag, rekent Mercedes.

Peter Fokker (Redactie AMT)